Sinds 1 januari van dit jaar bestaat er de mogelijkheid om eerder te stoppen met werken. Dit
is afgesproken in het pensioenakkoord en is bedoeld voor werknemers met een zwaar
beroep. Inmiddels zijn we vijf maanden onderweg en blijkt dat in 36% (79 stuks) van de cao’s
afspraken gemaakt zijn over een vervroegde uittredingsregeling. In de helft van deze 79
cao’s zijn dit al concreet ingevulde afspraken en in de andere helft moet dat nog
geconcretiseerd worden. Dit blijkt uit een onderzoek van Hans Kennis, spreker tijdens de Personeel en Salaris Vakdag en onafhankelijk pensioenspecialist.
Iedereen met vroegpensioen?

In juni 2019 heeft het kabinet met sociale partners een pensioenakkoord gesloten. De mogelijkheid om sinds 1 januari 2021 eerder te kunnen stoppen met werken is onderdeel van dat akkoord. Deze regeling vervroegde uittreding (RVU) houdt in dat werknemers vanaf drie jaar voor ingang van de AOW kunnen stoppen met werken en over een bedrag tot maximaal € 22.164 (bedrag 2021) per jaar alleen de reguliere belastingen moeten betalen. Er wordt in tegenstelling tot het verleden over dit maximale bedrag geen 'boet' door de belastingdienst geheven.
Vooruitlopend op de definitieve regeling hebben veel sociale partners het afgelopen jaar al afspraken gemaakt over een RVU. Ik heb daarom alle cao’s die gepubliceerd zijn door het ministerie van Sociale zaken, een ingangsdatum hebben vanaf 1 januari 2020 en een expiratiedatum hebben na invoering van de RVU onderzocht op deze afspraken. Dit zijn op het moment van publicatie van dit onderzoek 218 cao’s. Van deze 218 cao’s heeft 36% een afspraak gemaakt over een RVU. Belangrijk te vermelden is dat uitsluitend de bij het ministerie aangemelde cao’s zijn meegenomen in het onderzoek.
Zware beroepen: heeft iedereen het zwaar?
Minister Koolmees stelt dat hij de regeling bewust generiek heeft gemaakt. Hij laat hiermee ruimte om op sector niveau of op het niveau van de individuele werkgever tot maatwerkafspraken te komen. Het idee hierachter is dat mensen die bijna de AOW-leeftijd bereiken door de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd in 2015 overvallen zijn en moeite hebben om gezond werkend de AOW-leeftijd te halen. De minister erkent dat door het generieke karakter van de regeling dit ertoe kan leiden dat de regeling breder wordt ingezet dan voor de bedoelde doelgroep. In feite was de regeling namelijk bedoeld voor zware beroepen zoals de minister impliceert in een brief van 10 mei jl. aan de Tweede Kamer. Hij stelt hierin dat hij zich kan indenken dat vanwege de zwaarte van het werk mensen op korte termijn moeite hebben om gezond de pensioendatum te halen. Dit is de reden dat de regeling slechts in de komende vijf jaar toegezegd is. De verwachtingen zijn echter hoog gespannen en de Tweede Kamer is nu al benieuwd naar het gebruik van deze tijdelijke 2 regeling.
In een motie hebben Tweede Kamerleden Gijs van Dijk (PvdA) en Paul Smeulders (GroenLinks) aangegeven dat mensen met een zwaar beroep (bijvoorbeeld bouwvakkers, politiemensen en verpleegkundigen) het verdienen om eerder met pensioen te kunnen. In de motie hebben ze minister Koolmees gevraagd een inventarisatie te doen naar cao-afspraken en te kijken of mensen met een zwaar beroep en een klein pensioen ook daadwerkelijk eerder kunnen stoppen met werken. Hoewel de RVU pas eind 2020 voor 100% duidelijk is geworden valt het op dat al bij 36% van de cao’s afspraken zijn gemaakt over een RVU.
Ik verwacht dat dit jaar bij een groot deel van de cao’s in Nederland afspraken worden gemaakt over deze regeling. Dit wil niet zeggen dat in alle cao’s afspraken gemaakt zullen worden over vervroegde uittreding. Dit zou immers niet in lijn zijn met het idee achter deze regeling die eigenlijk bedoeld is voor zware beroepen. Er is in Nederland echter geen lijst zware beroepen. Binnen bedrijven of sectoren zijn soms wel van deze lijsten. Ik heb daarom onderzoek gedaan naar het type bedrijf dat afspraken heeft gemaakt over een RVU en gekeken of bedrijven expliciet vermelden dat de regeling bedoeld is voor zware beroepen in hun bedrijf of sector.
Bij één op de vijf cao’s met een RVU gaat het om bedrijven of sectoren die niet direct met een zwaar beroep geassocieerd worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: (semi)overheid, financiële dienstverleners, (detail)handel, ICT, technologie en Farmacie. Ook is het de vraag of er bij bijvoorbeeld alle chemie- en productiebedrijven sprake is van een zwaar beroep. Daarom is het belangrijk te kijken of de regeling voor alle werknemers in het bedrijf beschikbaar is of dat deze regeling slechts toegankelijk is voor de werknemers met een zwaar beroep. In de helft van de afgesproken regelingen is bepaald dat deze “slechts” open staat voor werknemers met een zwaar beroep. In de andere helft is er dus geen sprake van een beperking. Dat de regeling toegankelijk is voor alle werknemers is niet in lijn met het idee achter deze regeling.
Geconcludeerd kan worden dat bij een aantal bedrijven of sectoren (te) ruime afspraken zijn gemaakt waardoor alle werknemers drie jaar voor de AOW-leeftijd de mogelijkheid hebben eerder uit te treden. Hoewel de minister overtuigd was dat er voldoende checks and balances ingebouwd zijn om een bredere inzet te voorkomen blijkt dit uit deze eerste verkenning tegen te vallen.
Kwaliteit van de afspraken: maximale bedrag duur en referteperiode
In 95% van de afgesproken regelingen wordt het volledige bedrag van € 22.164 (bedrag 2021) per jaar toegezegd. In vijf procent van de gevallen moet de werknemer die van de regeling gebruikt maakt een bijdrage doen waarbij de werkgever deze verdubbelt. In bijna 40% van de regelingen wordt dit bedrag verminderd bij parttime werken. Dit klinkt logisch maar dit is vanuit de wetgeving niet verplicht. In 60% van de regelingen wordt geen rekening gehouden met de parttime factor of is dit nog niet duidelijk. Omdat dit een detail in de wetgeving was ligt het voor de hand dat sociale partners hierover alsnog afspraken gaan maken.
Van de regelingen biedt 95% de mogelijkheid om de maximale periode van drie jaar eerder uit te treden. Een opvallende regeling is die in de schoonmaakbranche, deze kent een RVU van slechts één jaar. De grafimedia zeggen de regeling pas toe vanaf 65 jaar. Gezien de huidige AOW-leeftijd is dit een RVU van één jaar en vier maanden.
Bij 30% van de regelingen zijn (nog) geen afspraken gemaakt over een referte periode. Alle werknemers kunnen ongeacht hun diensttijd gebruik maken van deze regeling. Omdat de regeling bedoeld is voor zware beroepen ligt het voor de hand de regeling uitsluitend toe te zeggen nadat een werknemer een bepaalde tijd in het bedrijf of de branche gewerkt heeft. Van de regelingen die wel een referte periode bevatten heeft 40% de eis dat men tien jaar voorafgaande aan de vervroegde uittreding gewerkt moeten hebben om in aanmerking te kunnen komen voor deze regeling. In bijna 30% van deze regelingen staat deze drempel op vijf jaar. Daarnaast komt ook twintig jaar en slechts twee jaar voor.
De conclusie is dat in bijna alle regelingen het maximale bedrag wordt toegezegd. Hierbij is een referteperiode van 10 jaar het meest gangbaar. Bij 30% van de regelingen houdt men (nog) geen rekening met een referteperiode.
Aantal RVU’s zal sterk stijgen maar wees geen sinterklaas
In mijn onderzoek heb ik me gericht op de op dit moment bij het ministerie aangemelde cao’s. Wekelijks worden er echter nieuwe principe akkoorden gesloten. We zijn dus nog maar net begonnen en toch is de regeling al door 36% van de cao’s omarmd. Ik denk dat aan het einde van het jaar PvdA en GroenLinks tevreden zullen zijn over het gebruik van de RVU. Toch zullen de minister en de Tweede Kamer kritisch moeten zijn. Uit een eerste inventarisatie blijkt dat een aantal bedrijven en sectoren zich niet beperken tot zware beroepen. Dit was niet de bedoeling. Ook is het van belang dat juist bedrijven waar sprake is van een zwaar beroep een kwalitatief goede regeling afspreken. Nog niet alle cao’s hebben hierover afspraken gemaakt en bij sommige afspraken zijn verbeteringen mogelijk. Ik laat dat echter graag over aan sociale partners die met de hier geschetste inzichten handvaten hebben om door te pakken op de RVU.